Verontwaardigd werd ik opgebeld door een relatie die een
onroerend goed had aangekocht, reeds op naam had gekregen en betaald had. Later bleek nog dat diverse
bijkomende kosten aanleiding gaven om toch een stukje bankfinanciering aan te
vragen. Het antwoord: Liever niet! Drie woorden die het niet goed doen en al
helemaal niet in deze combinatie: Vastgoed, Horeca, Recreatie. Een kennelijk giftige
cocktail waarvan veel financiers de beker voorbij laten gaan.
In dit geval ging het om een groter object maar ook bij
minder renderende ‘bedrijven’ komt het voor. Ja, voorspelbaar zult u zeggen. Tóch
nog een voorbeeld. Wij verkopen een recreatieobject beneden < 0,5 miljoen
euro. Met een aanzienlijk woongenot al gauw onder de noemer hobbybedrijf
betiteld maar niet denigrerend bedoeld! De koper in dit geval heeft helemaal
geen bank nodig maar vraagt bij drie bekende Nederlandse Banken een
financiering aan voor een klein gedeelte voornamelijk kosten voor verbetering
en verbouwing. De argumenten: De cijfers van het bedrijf waren niet
‘toereikend’ en de koper werd aangemerkt als ‘starter’. Na jaren een recreatiebedrijf te hebben gerund in het buitenland en
teruggekeerd naar Nederland met ‘het
geld op zak’ werd hij als ‘starter’ heengezonden.
Van de nood een deugt gemaakt zien ondernemers als geboren opportunisten,
optimisten en creatieve denkers hier ook voordelen. Het is kennelijk beter om
in voorkomende situaties plannen uit te stellen totdat het moment daar is om
vanuit de kasstromen investeringen in het bedrijf zelf te financieren. Een
gezondere situatie die de bank toejuicht maar ook de afhankelijkheid van de
financier inperkt. Het aanpassingsvermogen van de ondernemer wordt op de proef
gesteld. Naast alle risico opslagen, eenzijdige contractaanpassingen, swaps etc.
zal hij/zij in rap tempo mee moeten gaan in de veranderde wereld van
kredietverlening. Daarbij niet gespaard als het gaat om kosten voor aanleveren
van liquiditeitsbegrotingen, taxatierapporten etc. Aangemoedigd door ruime
financiering in hoogtij dagen brengt dit de nodige zorgen met zich mee in de
huidige tijd.
Hoewel het rendement in een kapitaalsintensief
recreatiebedrijf over het algemeen beperkt is, zijn steeds meer ondernemers in
staat alternatieve financiering aan te trekken via particuliere of ondernemer-financiers
die het risico beoordelen vanuit kennis in de branche of vertrouwen in de
ondernemer. Met de huidige rentestand een alternatief dat ook bij lagere
rendementen interessant kan zijn. Onderscheid moet natuurlijk gemaakt worden
naar exploitatie en ontwikkelingslocaties.
Al met al een interessante ontwikkeling waarbij de rol
van de bank als traditionele financier aan het verschuiven is naar andere
partijen. De Golfbranche kende door participatie van leden al zo’n
financieringsbron waaruit vele banen in Nederland zijn opgericht. Hier speelt
echter weer een heel andere oorzaak waardoor het aantal participaties afneemt
en Golfbanen ook beter naar eigen rendement en andere financiering moeten gaan
kijken.