zondag 30 januari 2011

Pappen en nathouden




Als makelaar wijzen wij de ondernemer, zoals ook in het vorige artikel vermeld, op het belang van een goede exploitatie en geldkasstroom. Bij verkoop is dit een belangrijke waardebepalende factor.
Regelmatig bereikt ons de vraag over aankoop van een kampeerbedrijf: “kan ik er van leven” of doet de vraag zich voor wanneer een recreatiebedrijf al dan niet rendabel is. Met respect voor de kleinere bedrijven blijkt dan dat beneden de 150 plaatsen hiervan nauwelijks sprake kan zijn, zonder een extra inkomstenbron. En daar zit ‘m nu net de crux van dit onderwerp. Het artikel in de Stentor van 27 jan. jl. is een voorbeeld van een sterk staaltje pappen en nathouden, in dit geval door de gemeente Epe. Deze gemeente staat er om bekend na decennia gedogen van permanente bewoning nu heldhaftig op te treden tegen eenieder die permanent in recreatiewoningen woont.

Zoals ook elders in het land zijn de agrarische bedrijven eerst net zo lang uitgeknepen totdat men nu naar alternatieven zoekt om het hoofd boven water te houden. En zie daar is de helpende hand van het bestuurlijke gezag: toestaan van “kamperen bij de boer”. De grond had de boer toch al en dus is met deze regeling een extra inkomstenbron voor de boer gecreëerd. Probleem opgelost!....

En dan was er nog die reguliere campingeigenaar die landelijk beschouwd soms 10 jaar strijd heeft gevoerd tegen de bureaucratie van bestuurlijke regelgeving en willekeur om zijn uitbreiding vergund te krijgen, bouwvergunning voor (sanitaire)voorzieningen etc. rond te krijgen en als beloning een verhoging van toeristenbelasting krijgt opgelegd om het tekort op de gemeentelijke begroting te dichten. Het toeristisch kamperen staat onder druk blijkt op veel bedrijven waar wij de ondernemer spreken en de jaarrekening van mogen inzien. In deze ‘Struggle to Survive’ moet de campingeigenaar niet alleen knokken voor zijn klant, doelgroep of marktaandeel maar mag hij ook nog eens lijdzaam toezien hoe de (plaatselijke) overheid hem de nek omdraait door het invoeren van kamperen bij de boer. Daar komt bij dat op de Veluwe helemaal geen plaats is voor ongebreidelde toename van kampeerterreinen. Het groei-, en krimpbeleid van de provincie maakt dat een beperkt aantal recreatiebedrijven, onder voorwaarden en tegen extra kosten mogen uitbreiden ten koste van andere bedrijven die weggesaneerd worden. En terwijl deze bedrijven een slag leveren om hun bestaansrecht en dus een gezonde bedrijfsvoering met dito cashflow, help dezelfde overheid verrommeling van het landschap in de hand en toename van té kleinschalige bedrijfsactiviteiten die op zichzelf ook niet rendabel genoeg zijn voor een bestaansrecht. Bovendien geldt dat ook deze bedrijven straks weer voorzieningen nodig hebben. En omdat de alternatieve inkomstenbron uit nood geboren is, is er na het staken van de agrarische activiteiten behoefte aan groei. Misschien kan de campingondernemer tegen die tijd wat agrarische activiteiten ontplooien…

Wat u in elk geval kunt doen is tijdig inspelen op de ontwikkelingen binnen uw eigen gemeente. Door invoering van de omgevingsvergunning (Wabo) is nog veel onduidelijkheid over de koppeling naar bestemmingsplannen, waarmee ik doel op de werking van bepalingen in de Wabo ten opzichte van bestemmingsplanregels. Wanneer u tijdig en betrokken bent bij de ontwikkeling van een nieuw bestemmingsplan kunt u sturing geven aan de ‘ruimte’ in regelgeving die uw bedrijfsvoering beïnvloed. Uitermate bepalend en belangrijk voor de volgende tien jaar van uw onderneming en de waarde van uw bedrijf.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten

Download de brochure Stel een vraag