maandag 23 maart 2015

Dagrecreatie: Kapitaalintensieve bedrijven

In onze dagelijkse praktijk is er een duidelijk onderscheid in dag- en verblijfsrecreatie. Wij richten ons op wat verkoop betreft, dagelijks op gesprekken met kopers van voornamelijk campingbedrijven, bungalowparken, groepsaccommodaties en alles wat daar omheen als verblijfsrecreatie beschouwd wordt. Voor de watersport geld dat ook voor jachthavens, want ook hier is sprake van verblijfsrecreatie.
De taxatiepraktijk daarentegen strekt zich veel verder uit over wat wij exploitatiegebonden onroerend goed noemen. De transacties in dagrecreatieve bedrijven zijn minder talrijk, voor zover je hiervan kunt spreken bij complexe exploitaties, waarbij de overdracht van het onroerend goed met alle  bedrijfsmiddelen, exploitatie, vergunningen etc. veelal een lang traject kennen.

Voorbeelden
Voorbeelden van bedrijven die wij veelvuldig taxeren, maar waarvan de transacties beperkt zijn, zijn sauna en Wellness bedrijven, (gemeentelijke)sportcomplexen, fitnessbedrijven en zwembaden, bowlingcentra,  golfbanen, dierentuinen en andere attractieparken. Dagrecreatieve bedrijven dus, die overigens in beginsel vanuit dezelfde methodiek als verblijfsrecreatie, namelijk de rentabiliteit, worden gewaardeerd. Dat neemt overigens niet weg dat de verscheidenheid vele  malen groter is dan in de verblijfsrecreatie.

Investeringsniveau dagrecreatie ligt hoog
Het exploiteren van een golfbaan is bepaald van andere orde dan een dierentuin. Het grondgebonden karakter en voldoende ruimte, de publieke bestemming waardoor alternatief gebruik niet mogelijk is, zijn hier overeenkomsten. Ook de afhankelijkheid van meteorologische omstandigheden is zo’n overeenkomst. In zekere mate zijn er nog meer overeenkomsten te noemen omdat net als in de verblijfsrecreatie de onderneming voortdurend moet innoveren en anticiperen op de veranderende behoefte van de gasten. Nog meer innoveren en anticiperen als in de verblijfsrecreatieve sector, zo zijn bijvoorbeeld bij de attractieparken de invloeden van investeringen snel meetbaar maar even zo vluchtig. Dat maakt dat vooral bij attractieparken het investeringsniveau hoog ligt, zowel financieel als in tijd. Circa twee jaar lang kan een attractiepark (meetbaar) rekenen op meer bezoekers, daarna zal een vernieuwing in attractie of anderszins het publiek opnieuw moeten trekken. Bij dierentuinen zijn de invloeden weer anders maar ook hier zullen jaarlijks kleine of op regelmatige basis grotere veranderingen van invloed zijn op het bezoekersgedrag. Een dierentuin vervult daarnaast veelal ook een veel grotere rol in de samenleving op gebied van educatie, onderzoek, uitwisseling en fokprogrogramma’s. De geboorte van dieren kan daarbij van geweldige invloed zijn en bijdragen aan de marketing en bezoekersaantallen van het bedrijf. Het mag duidelijk zijn dat als gevolg van de kapitaalsintensiviteit, terugverdientijd en afschrijvingstermijnen, maar ook het management dierentuinen een specifieke bedrijfsgroep vormen die een heel andere doelgroep en benadering vragen.

Taak van de tussenpersoon
Recent is nog weer gebleken dat bij een faillissement van een dierentuin het management snel kan worden vervangen en de exploitatie met oog ook op dierenwelzijn en behoud van personeel en kennis behouden blijft. Bij dit soort bedrijven is de kapitaalsbehoefte zoals gezegd van andere orde dan in veel gevallen bij verblijfsrecreatie. Institutionele beleggers en pensioenfondsen zouden daarin een rol kunnen hebben. Dit geldt ook voor grootschalige bungalowparken of het uitwerken van recreatie visie op gebieds- of regionaal niveau. Om dit soort partijen meer te interesseren voor ontwikkelingen en investering in dag- en verblijfsrecreatie sector ligt er een taak bij de tussenpersonen.  


Meer informatieVan de Loosdrecht RBM
Henk-Jan Kruidenier
Henk-jan@vandeloosdrechtrbm.nl

Geen opmerkingen:

Een reactie posten

Download de brochure Stel een vraag